Midden in het gesprek kijkt hij mij aan en zegt; ja, het is inderdaad best eenzaam. Hij refereert aan een opmerking van mij en mijn collega eerder in het gesprek. Op dat eerdere moment schoof hij de opmerking nog politiek beleefd onder het tapijt.
We noemen het ‘Lonely at the top’. Het is de reden dat wij als ISA GROUP mensen op C-level, onafhankelijk van branche of organisatieomvang aan elkaar verbinden. Hoe verder je op dat topje klimt hoe minder mensen je zal vinden.
Uiteraard is dit gevoel, deze staat van zijn niet voorbehouden aan een plek ‘in de hark’. Je kan op allerlei deelgebieden in je leven alleen op een topje staan. In ouderschap, sport, een intellectuele hoogte, politiek, in je levensovertuiging, als leidinggevende op ieder level. We hebben het er alleen liever niet over.
Eén ding hebben alle mensen op topjes gemeen; we hebben geklommen. Gebloed, gezweet, we zijn gevallen en weer opgestaan. We hebben geleerd, gevloekt, overwogen op te geven, zijn te lang of te kort blijven zitten om uit te rusten en hebben dorst gehad.
Wat we niet hebben gedaan is stoppen met klimmen. Want dat topje, daar hoor je thuis. Daar pas je, daar klopt het. Daar spreek je de taal.
De onherroepelijke prijs is een zekere gradatie van eenzaamheid. Niet te verwarren met alleen zijn, dat is juist een positieve prijs. Op de top waait het hard, vaak vanuit het dal. De wind neemt rommel en geluid mee. Je haalt de rotzooi uit de takken en de sneeuw. Onzichtbaar en zonder mopperen. Je bent eraan gewend geraakt.
Maar het kan ook anders. Er zijn altijd mensen die dezelfde taal spreken, dat geeft taal immers haar bestaansrecht. En als je alleen met jezelf praat is er niemand die je spiegelt, schaaft, uitdaagt.
Durf te verbinden, er zijn veel meer bergtopmensen. Bel, app, mail eens. Kijken we of we dezelfde taal spreken.