Tijdens de lunch hoorde ik een collega zeggen dat iedereen er een hekel aan heeft, aan verandering. Verandering en ongemak, ze gaan vaak hand in hand.
Het treintje in mijn hoofd vertrok van het rangeerterrein en ik vroeg mij af of dit echt zo is en zo ja, waarom precies. Als we verandering zo lastig vinden, wetende dat stilstand uiteindelijk achteruitgang is en dit óók een beweging is, waarom worstelen we er dan zo mee?
Het is onherroepelijk, onvermijdelijk en volkomen natuurlijk. En we vechten ermee. Terwijl de verandering zelf oncontroleerbaar is.
Het is als je uitzoomt, überhaupt adembenemend hoeveel of hoe weinig invloed we uiteindelijk hebben op het leven. We maken plannen, controleren de voortgang nauwgezet en toch komen we vaak op een ander continent terecht dan we hadden bedacht.
De moeite met verandering zit ‘m misschien wel in het enorme aanbod van scenario’s in het leven. We weten feilloos de ‘worst case varianten’ als eerste en meest waarschijnlijke waarheid te omarmen.
Ergens in de trein merkte ik mijn eigen gedachte met een glimlach op, ‘we zijn ook gewoon zoogdieren met laptops’. We willen overleven en omdat te doen moeten we het gevaar aftasten dat bij verandering kan horen. Het is angst.
Een andere collega bracht de oplossing. We kunnen werkelijk alleen maar naar het nu kijken. Het oog van de verandering, waar er alleen maar de realiteit van het moment is. Al het andere is nog maar een gedachte.
Laten we er vooral mooie gedachtes van maken, van die toekomst achter de verandering die ongemak veroorzaakt. De lente komt eraan, maak er een leuk treinritje van.