Blog

Wijze lessen van Chef Kwispel: Les 12

Zodra Loesje aan een nieuw bot begint, wordt ze een beetje Schmiegel van Lord of the Rings (my precious…). Ze houdt iedereen strak in de gaten en gromt als je dichterbij komt. Het is vooral een hoop lawaai, want ze heeft werkelijk nog nooit iets gedaan.

Ook in spel laat ze diezelfde grom weleens horen. Met een speeltje in haar bek rent ze langs om je uit te dagen het af te pakken. En als je dan dichterbij komt, gaat ze vervaarlijk grommen. Wij weten ‘loud bark, no bite’ maar als je haar niet kent zou je toch aan het twijfelen gebracht kunnen worden. De tactiek werkt dus!

Als mens doen we dat ook weleens. Onszelf overschreeuwen om de ander op een dwaalspoor of op afstand te houden. Soms heeft dat een praktische insteek. Soms is het zelfbescherming die je ertoe leidt. Even het signaal afgeven dat de ander op afstand moet blijven omdat jouw grens nu wel heel rap in zicht komt.

Ik zet het al jaren in voor de lol. Mijn lol in dit geval. Tijdens de jaarlijkse wintersport met een gelegenheidsgezelschap van alleenGaanden, spelen we ‘s avonds Rummicub. En al die jaren doe ik alsof ik ontzettend fanatiek ben. Gevolg is dat ik door het jaar heen vakantiefoto’s krijg van reisgenoten die met het gezin Rummicubben en mij laten weten dat ze “alvast in training zijn” zodat ik gewaarschuwd ben voor de komende wintersport. En dat vind ik hilarisch!

Het feit wil namelijk dat ik helemaal niet competitief ben. Ik vind winnen leuk, maar lig niet wakker van verliezen. Mezelf anders neerzetten dient hier een doel; namelijk de ander op scherp zetten en daar heb ik enorm veel lol in. Zolang die ander maar niet een totaal onrealistisch beeld van mij krijgt. Want dan wordt het toneelspelen. En dat kan ik best eventjes volhouden, maar niet te lang. Mezelf zijn is toch het fijnst.

En dat is met onze Loes net zo. Met je speeltje in je bek doen alsof je levensgevaarlijk bent is eventjes leuk. Maar als je in de basis gewoon één bonk liefde bent, dan trapt niemand, inclusief jezelf, daar al te lang in. En het is ook simpelweg vermoeiend om een alles verscheurende pitbull te spelen.

Ben dus lekker jezelf, maar laat soms functioneel iets zien wat je helpt. Zolang “soms” maar een centraal woord blijft. Dan kun je de rest van de tijd gewoon weer vrolijk kwispelen.

Inspirerende groet,
Bart M. Diepenbroek & Loesje